Toelichting gedragsregels
Het kind moet worden gerespecteerd. Er mag geen onderscheid worden gemaakt naar of nadruk worden gelegd op godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, seksuele gerichtheid, culturele achtergrond, leeftijd of lichamelijke kenmerken.
Dat betekent dat het kind zich zowel tijdens de activiteiten van de vereniging, maar ook daarbuiten – bijvoorbeeld in het clubhuis, in de kleedruimtes of kantine – veilig moet voelen en het gevoel moet hebben dat hij zich – letterlijk – vrij kan bewegen.
Dit betekent dat je een kind/ jongere nooit op een manier bejegent die hem in zijn waardigheid aantast. Je onthoudt je van discriminerende, kleinerende of (seksueel) intimiderende opmerkingen en gedragingen. Dit geldt tijdens werktijd, maar ook daarbuiten, tijdens alle activiteiten die door of namens de vereniging worden georganiseerd.
In het vrijwilligerswerk komt het veel voor dat men kinderen ook kent vanuit sociale contacten. Maar de vrijwilliger is binnen de vereniging altijd de verantwoordelijke. Binnen de vereniging gaat het niet om vriendschap of andere sociale relatie, maar om de relatie vrijwilliger – speler/speelster.
Het is belangrijk dat de vrijwilliger zich bewust is van zijn positie, die ook buiten de vereniging door kan spelen. Het gaat erom dat de vrijwilliger gepaste afstand houdt en niet verder doordringt in het privéleven van de speler/speelster dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel (activiteit) van de vereniging. Bijvoorbeeld: het onnodig vragen stellen over het privéleven, persoonlijke afspraakjes maken, contact opnemen met het kind buiten de activiteiten van de vereniging om, enzovoort.
De vrijwilliger mag zijn positie en relatie nooit gebruiken voor doeleinden ten eigen nutte die in strijd zijn met zijn verantwoordelijkheid, of die de grenzen van de relatie overschrijden. Hierbij kan worden gedacht aan:
Alle seksuele handelingen en relaties tussen vrijwilligers en kinderen / jongeren tot 18 jaar, of met iemand met een ontwikkelingsachterstand, zijn ontoelaatbaar en strafbaar volgens artikel 249 Wetboek van Strafrecht.
Tussen volwassenen en kinderen / jeugdigen is sprake van een natuurlijk overwicht en dus een machtsverschil. Een kind kan daardoor zaken moeilijker weigeren, of overzien waar het om gaat. Het is aan de volwassene om de grenzen te bewaken. Dit geldt ook voor mensen met een ontwikkelingsachterstand / verstandelijke beperking. De kalenderleeftijd vormt bij hen geen criterium, maar het feit dat zij een achterstand hebben in de verstandelijke en/of emotionele en sociale ontwikkeling.
Dit betekent dat de vrijwilliger:
Uitgangspunt is dat de speler/speelster het als seksueel getint ervaart.
Bijvoorbeeld: het te lang vasthouden van een hand bij begroeten of afscheid nemen, iemand naar je toetrekken, je tegen het kind / de jongere aandrukken, een tongzoen geven, aanraken van billen en borsten, enzovoort.
Functionele aanrakingen zijn soms noodzakelijk (een jonge of gehandicapte speler/speelster helpen bij het naar de wc gaan) of wenselijk (een speler/speelster troosten) en mits daar geen misbruik van gemaakt wordt, toegestaan.
De begeleider moet er voor zorgen dat daar waar lichamelijk contact noodzakelijk en functioneel is, dit contact of deze aanraking niet verkeerd – in de zin van seksueel getint of intimiderend – kan worden geïnterpreteerd.
De vrijwilliger houdt bij lichamelijk contact rekening met grenzen die de speler/speelster aangeeft, leeftijd, ontwikkelingsniveau, achtergronden, de specifieke situatie en wat maatschappelijk en/of cultureel als aanvaardbaar wordt gezien.
Gereserveerd en met respect betekent in dit beval bijvoorbeeld dat:
De vrijwilliger heeft binnen zijn mogelijkheden de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en het welzijn van de speler/speelster.Indien de vrijwilliger grensoverschrijdend gedrag signaleert is hij verantwoordelijk het ongewenste gedrag te (doen laten) stoppen en te zorgen voor de veiligheid van het kind. De vrijwilliger is alert op signalen die kunnen wijzen op seksueel misbruik / overtreding van de gedragsregels.
Alle vermoedens of constateringen van seksueel misbruik moeten worden gemeld.
Het kan zijn dat een speler/speelster een vrijwilliger in vertrouwen neemt en vertelt dat iemand hem/haar misbruikt. De vrijwilliger belooft in een dergelijk geval geen geheimhouding. Feiten van vertrouwelijke aard, aan jou toevertrouwd, moeten te allen tijde worden gerespecteerd. Maar wanneer de belangen van de speler/speelster in het geding zijn, dient de vrijwilliger hiervan melding te maken of tenminste een derde te raadplegen. Indien enigszins mogelijk gebeurt dit in overleg met de speler/speelster.
Door vergoedingen dreigen de objectiviteit van het handelen en de onafhankelijke positie van de vrijwilliger en die van de speler/speelster in het gedrang te komen. Hierdoor kan een voedingsbodem ontstaan voor (seksueel) machtsmisbruik.
Dit betekent dat de vrijwilliger ook alert is op gedragingen die niet direct als seksueel misbruik of intimidatie zijn te betitelen, maar wel als grensoverschrijdend worden ervaren. Ook in dit geval is het belangrijk dat passende maatregelen worden genomen, zoals het aanspreken van de persoon in kwestie. Desgewenst kan de vrijwilliger de in het protocol genoemde personen raadplegen.